marielle-in-zuid-amerika.reismee.nl

Oruro: De stad van de carnaval

Hallo lieve mensen!

Tijd voor een nieuwe update. Het is inmiddels al even geleden (ik loop wat achter in mijn verhalen) maar na het Sucre avontuur was het tijd om naar Oruro te gaan. Na afscheid te hebben genomen, stapte ik eind februari in de nachtbus. Dat is een ervaring; de bus rijd als een malle door de bergen, zigzaggend en al inhalend op 1-baanswegen, vol op de rem en dan weer vol gas, een slechte actiefilm afdraaiend op standje gehoorbeschadiging, tocht door de ramen, geen wc aan boord wat je erg onrustig maakt, dus tja comfortabel en wat slaap pakken ho maar.

In Oruro kwam ik om 5.30u aan bij mijn nieuwe woonplek die collega’s hadden geregeld; bij mama Natividad (Nati). Ze wijst me naar een mooie grote kamer en ik probeer nog even wat te slapen. Aj.. dit bed is niet echt comfortabel. Een matras van hooi en daarbovenop een soort van gebocheld kussen met allerlei harde stukken.

Na een uurtje ga ik naar beneden, naar de keuken waar mama en haar dochter Alejandra zitten. Ik krijg een kopje thee en broodje aangeboden. Ik moet eerst subtiel alle mieren van het broodje afslaan en als ik probeer het door midden te snijden om er jam op te doen, breekt het in allerlei stukken zo droog is het. Ik besluit wat jam boven op wat stukjes te draperen. Mmmjamm. Ik kijk even goed rond en schrik van de vele vliegen, de grote berg vuile vaat, de etensresten en afval overal, een gasfornuis en de vierkante meter eromheen wat zwart ziet van het vet en waar de stukken aanhangen, de dieren die overal op en aan zitten. Uhum.. ik bedenk me dat ik hier niet veel gebruik van ga maken.

Vervolgens wil ik even douchen. Ik kom erachter dat de douche boven niet werkt. Er is nog een badkamer beneden. Mama maakt deze eerst nog even snel voor me schoon. Wat lief! Ik weet alleen niet hoe en waarmee ze dit heeft gedaan en ik wil al helemaal niet weten hoe de douche er daarvóór uit zag, maar hier moet ik even van slikken, of beter gezegd, kokhalzen. De geur van een toilet die al ruim 3 jaar niet lijkt te zijn schoongemaakt en waar een menig Frans langs-de-snelweg-toilet niet tegenop kan, vol met resten en sporen, de muren en vloer vol viezigheid, douchegordijnen die niet meer weten welke kleur ze van origine hadden. Ik durf niets aan te raken en vraag me af of ik nu niet schoner ben dan na die douche zal zijn. Maar we gaan ervoor. Je moet eerst de kraan aanzetten en dan de stroom erop voor warm water. Ik vergeet bij het uit zetten de omgekeerde volgorde en zo sta ik even onder stroom, oeps! Na een snelle douche, loop ik terug naar mijn kamer en glij uit over een drol die een paar meter voor mijn deur ligt. De huisdieren zijn hier blijkbaar niet echt zindelijk.

In het huis wonen naast mama, haar twee volwassen zonen, dochter Alejandra met haar zoontje Adriën van 4 jaar, 2 grote honden: Coco met vader Chango en 2 kleintjes Pela met moeder Honey, 2 katten: Pepa en Puca, 2 parkieten en een Oostenrijkse jongen Mattias, die hier al een tijd woont en alleen nog maar Spaans praat, maar van zijn accent kan ik niet veel maken. Een volle boel dus.

Sigrid, mijn collega van Ayni en de zus van Sylvia, de oprichtster van de stichting in NL, belt om te vragen of ik goed ben aangekomen en of ik mee ga naar het festival de bandas, een voorproefje van carnaval waar alle bands samen muziek maken. Ok! Ik pak een taxi naar het kantoor van Ayni waar we elkaar ontmoeten. Leuk om haar nu live te zien! We gaan naar het plein, wat al helemaal vol staat en na even wachten beginnen de fanfarebands te spelen, met af en toe een gastzanger/zangeres erbij. Erg leuk! Vervolgens pakken we de gondel naar boven, waar op de berg een mega groot beeld van de Virgin (heilige maagd) staat en wat een heel mooi uitzicht over de stad biedt. Vervolgens gaan we met haar man Enrique ergens lunchen en die paar biertjes hakken er in, zo na een nacht in de bus zonder slaap, dus ik word thuis afgezet en ga weer even tukken. ’s Avonds ontmoeten we elkaar weer in het centrum voor een koffie.

Wat een fijn ontvangst van Sigrid en zo lief dat ze me meteen onder haar hoede neemt.

De volgende dag is het de laatste oefening van de carnavalsoptocht, último convite. Sigrid danst ook mee in een groep. Ze hebben nog niet de uiteindelijke carnavalsoutfits aan, maar wel mooie traditionele kleding. Ik heb hier al flink wat uren van zitten genieten. Goede timing om zo voor carnaval hier te zijn! Dit belooft een groot feest te worden.

Het is wel even omschakelen merk ik. Het verschil met Sucre is groot. Oruro is druk, vies, veel hondendrollen en vuilnis op straat, uitlaatgassen (en dat was in Sucre al erg vond ik), geen groen maar beton, ongelijke stoepen met gaten, mensen zijn minder open/toegankelijk en het is erg koud hoewel de zon wel schijnt. Ik mis Sucre, de schoonheid en de gezelligheid nu al.

Maandag ben ik voor het eerst naar kantoor gegaan om te beginnen met werken. Het is in het centrum, een half uur lopen vanaf mijn huis, voornamelijk berg op. Ik besluit dit dagelijks te doen om wat lichaamsbeweging te hebben, want er zitten al flink wat kilo’s aan! Op kantoor heb ik kennis gemaakt met mijn andere collega Norman, hij woont in Tarija en reist om de week heen en weer, om het weekend bij zijn vrouw en paar maanden oude dochtertje te kunnen zijn (Tarija is 12 uur met de bus!). Vanwege carnaval staat alles op een laag pitje. Ik word een aantal keer uitgenodigd om bij Sigrid thuis te lunchen. Zij woont in een heel fijn, luxe appartement, meer volgens de Europese normen. We lunchen heerlijk, met veel groenten, yes! Elke dag is er wel een ander festijn, festival de madres (feest voor enkel vrouwen), festival de padres (feest voor enkel mannen), challa en la casa (viering met de familie thuis), challa en la officina (viering op het werk) etc. De hele stad staat op zijn kop en het is het enige moment in het jaar dat er veel toeristen zijn.

De andere zus van Sigrid met haar Nederlandse man en zoontje komen over vanuit Nederland, en met elkaar gaan we naar het carnaval. Enrique heeft mooie zitplaatsen geregeld op de tribune, zodat we de optocht goed kunnen zien. De optocht is op zaterdag en zondag. Alle 48, enorme groepen lopen 2 keer, waardoor de optocht zowat 48 uur aaneengesloten duurt. Op zaterdag is het tot 19u verboden alcohol te drinken, omdat ze hier schijnbaar geen maat kunnen houden en zo gigantisch dronken worden dat het de stemming verpest. Er loopt veel politie om te controleren, maar uiteraard zit iedereen gewoon al lekker vanaf ’s ochtends vroeg aan de drank. Het carnaval is echt heel mooi en bijzonder om te zien. Heel cultureel en traditioneel, verschillende soorten folkloristische dansen per groep (la diablada(=duivel), la morenada, los caporales, los suri sicuris, los waka waka, etc.) veel muziek en super mooie kleding. Niet voor niets is het carnaval in Oruro wereldwijd bekend en uitgeroepen tot cultureel erfgoed door UNESCO. Zie m’n filmpje voor een impressie: https://www.youtube.com/watch?v=AMov3Qxt_Jw&t=39s.

In het weekend erop heeft Sigrid me met de hele familie meegenomen naar de natuurlijke warmwater bronnen Balneario de Obrajes, zo’n half uur rijden, om lekker te zwemmen en je kunt je eigen privé-bad huren. Het water is echt heel warm, heerlijk (en dit scheelt weer een keer douchen )!

Op 8 maart was het Internationale dag van de vrouw, wat hier wel echt een ding is (vrouwen hebben hier nog echt niet dezelfde kansen als mannen). Op kantoor hebben we het gevierd met heerlijke salteñas (soort empanadas) en frisdrank en thuis kreeg ik spontaan een dikke knuffel van m’n mama en ze stond er op dat ik een bordje mee at. Hier kon ik echt niet onder uit. Vond het spannend, aangezien ik weet hoe het er aan toe gaat in de keuken, maar gelukkig heb ik nergens last van gehad. Mijn mama is wel echt heel lief. Ik woon hier dan ook met een dubbel gevoel. Ik zou graag wat meer mijn eigen plek willen hebben, met een schone keuken en badkamer en comfortabel bed, maar aan de andere kant is het wel fijn om aanspraak te hebben en een mama die een beetje voor je zorgt en je in de gaten houdt.

En de honden in mijn huis zijn zo lief! De twee grote, Chango en Coco, wachten me elke ochtend heel enthousiast op om met me mee te wandelen. Uitlaten gebeurd hier niet, dat doen ze zelf (vandaar ook de stront echt overal op de stoepen en straten). Als iemand de poort uit gaan, ontsnappen ze en als ze klaar zijn blijven ze vervolgens voor de deur liggen, net zo lang totdat iemand de poort weer toevallig open doet. Dat kan dus zomaar de hele dag zijn. Eén keer zijn ze helemaal met me mee gelopen naar mijn werk, zigzaggend door alle straten. En toen ik gearriveerd was en naar binnen ging keken ze zo zielig! Ze snapten er niets van. De hele dag heb ik me wat zorgen gemaakt of ze de weg wel terug konden vinden en veilig thuis zouden zijn. Gelukkig was dat zo.

En op een avond liep ik in mijn eentje over straat vanaf een introductiedansles, nog ver van mijn huis en toen voelde ik ineens een natte snuit tegen mijn hand. Ik schrok ervan, maar toen zag ik dat het Chango was! Wat hij nog zo laat alleen op straat deed, geen idee. En dat ie mij dan zo herkend, helemaal enthousiast tegen me aan springen. Zijn we samen heel hard naar huis gerend. En dan te bedenken dat ik ze eigenlijk nog nooit had geaaid omdat ze best smerig zijn. Wat een liefde krijg je terwijl je niets geeft. (Dat is na dit moment wel gelijk veranderd )

Een nadeel is wel dat de honden zo rond 5-6 uur ’s ochtends een onderonsje hebben met alle andere straathonden en dan is het dus een groot orkest van geblaf. Probeer dan nog maar es te slapen.

Oruro is niet toeristisch en je kunt hier in het weekend dan ook niet veel doen, behalve door de stad wandelen. Ik heb op een zaterdag een flinke wandeling gemaakt van zo’n 6 uur, via het westen naar boven naar de Virgin om helemaal in het Oosten uit te komen. Diverse uitzichtpunten tegen gekomen, bedreigd door agressieve honden toen ik een shortcut probeerde te nemen, een grote, drukke markt bezocht en vervolgens mezelf getrakteerd op een lekker etentje, waar je een eigen grilltafeltje naast je kreeg waar het vlees op warm bleef. Wat een spierpijn had ik daarna, want het is iedere keer berg op en af.

Het is lastig wegwijs te worden in Oruro omdat alles achter gesloten deuren zit, niks op internet te vinden dus je weet niet waar wat zit en je moet het vooral van via via hebben. Het duurde dan ook even en veel navragen om te ontdekken waar überhaupt de cafés zitten. Uiteindelijk een populaire straat gevonden en met mezelf op kroegentocht geweest in de hoop zo wat mensen te leren kennen. Dat was een beetje een koude kermis. Nergens hadden ze kleine biertjes, dus moest steeds een grote fles weg tikken en iedereen is met een groepje vrienden of met enkele stelletjes samen, er zijn geen toeristen en dus is het erg lastig om contact te maken. Je wordt hier ook niet echt aangesproken. Hele andere wereld dus als in Sucre waar je zo makkelijk in je eentje op stap kon. Na een aantal kroegen heb ik de moed opgegeven en ben ik op huis aan gegaan. Wel trots dat ik het geprobeerd heb!

Op zondag 30 maart ben ik met Enrique en Sigrid naar het treinmuseum (Museo Ferroviario) in Machacamarca geweest. Een klein museum met oude treinstellen uit de tijd dat ze mineralen en tin vervoerde vanuit de mijnen en wat privé treinstellen en een treinauto van rijke meneren. Voor de lunch zijn we de fameuze lam gaan eten in restaurant Bon Bar. Mensen staan hiervoor gewoon in de rij! En het was inderdaad wel erg lekker.

Inmiddels wat weken verder, ben ik volle bak aan het werk. Het is hier heel gewoon lange dagen te maken en voor de lunch snelt iedereen zich naar een restaurant. De eerste vergaderingen hebben plaats gevonden (man, dat is wel echt lastig in het Spaans!). We zijn druk bezig met het project om AyniTech, een IT-opleidingsinstituut op te richten in Tarija. Door veel in gesprek te gaan met Sigrid en Norman, word ik steeds wijzer en snap ik beter hoe dingen werken in Bolivia, waarom ze bepaalde keuzes maken etc. Ik heb al wat structuur kunnen brengen middels een digitaal actielijstje, zodat we met elkaar weten wie wat doet en wat de voortgang is. Zo komen m’n skills al goed van pas haha. Wel merk ik dat mijn geduld flink op de proef wordt gesteld, ik wil veel sneller dan dat kan. Kleine stapjes, komen we beetje bij beetje verder.

Ondertussen ben ik ook al 3 keer in Tarija geweest, maar dit volgt in een volgend verhaal.

De bijbehorende foto's vind je hier.

(Ik heb wat uitleg toegevoegd aan de foto's, maar dat zie je alleen als je de foto's 1 voor 1 bekijkt en naar beneden scrollt volgens mij en daar kun je evt ook een comment achterlaten ;-)).

Veel plezier met Koningsdag! Ik ga kijken of er een leuk feestje is in La Paz .

xxx

Funfacts

  • Vlees hoeft niet gekoeld te worden. Dat verkoop je gewoon open en bloot op de markt en op straat, in de volle zon met de vliegen erop. Hele hompen, met alles er op en eraan. Ze eten daadwerkelijk alles. En je slagersmes slijp je gewoon aan de stoeprand (waar net die zwerfhond tegenaan gepist heeft).
  • Overal is markt en er wordt van alles op straat verkocht. Meubilair, matrassen, kleding, elektrische apparaten, stoffen, muziekinstrumenten, dode lama’s, coca bladeren, shampoo, wc papier, wasmiddel, gekopieerde dvd’s, mega taarten, brood en cake, chocolade marshmallows/bananen op een stokje, jelly-ijsjes, limonade, fruit, groente, aardappels, megazakken vol met allerlei soorten rijst/quinoa/pasta’s/meel/noten/linzen etc., vlees, kip (gebakken, gegrild, gefrituurd, gepaneerd, rauw) en zijn er overal señora’s die met een klein gaspitje hele maaltijden op straat naar voren toveren, waar mensen op een mini plastic krukje, met hun handen van zitten te smullen.
  • Er rijden ook karretjes rond met een kookpot vol bossen verschillende kruiden en allemaal flessen met specerijen-mixen eromheen. Dit is een natuurlijk medicijnkarretje. Het mevrouwtje vraagt waar je last van hebt en bereid zo iets op maat, met wat begint met een klein glaasje met een warm en heel bitter drankje en vervolgens een glas vol met een andere mix van kruiden en drank. Erg grappig. Geen idee wat ik heb gedronken, maar het was vast heel gezond!
  • Over het algemeen zijn de Bolivianen een erg klein, hebben een grote neus, flinke borsten, maar hele kleine voeten (lastig schoenen vinden hier met m’n maatje 40!). De mensen in Oruro zijn wat donkerder dan in Sucre.
  • Hoogte Oruro: 3.735 meter

Reacties

Reacties

Annika

Leuk om weer wat van je te lezen, al zoveel meegemaakt en dan nog is dit waarschijnlijk een klein gedeelte. Doe je goed! Enjoy. Liefs

Achterhuis

Lieve jellebellie,
Wat een ontzettend gaaf verhaal. Je moet een boek gaan schrijven! Heeeeerlijk om te lezen en getver de getver blijf erbij, hoe kan je het uithouden in zo’n vies huis. Wel een lieve mama dat maakt veel goed. Hopelijk krijgen we elkaar snel weer te pakken want bellen langs elkaar heen. Missss you, dikke xxxx

Sylvia

Superleuk verhaal weer, lieve Jel! Net alsof ik er zelf bij was. Wat leuk had geweest, behalve bij die busreis dan. ?

Man man man, die keuken en badkamer zien er inderdaad niet te doen smerig uit. Bleh! ? En gewoon een drol voor de deur van je kamer. Haha! ?

Weer een hele ervaring dit! Hopelijk heb je inmiddels wat matties gevonden om af en toe mee te pilsen.

Ik kijk uit naar je volgende blog! Snel eens bellen ook.

XX Veel liefs XX

Suus

Hehe hahaha eindelijke goed gelezen maar ja nu wist ik veel al oeps?

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!